Nu de zomer op een onvermijdelijk einde is gelopen, blikt Stichting ‘Wij helpen daar’ terug op een zeer geslaagde zomer. Wat zijn we razend trots op onze deelnemers! Na maanden voorbereiden en geld ophalen, hebben ze meegemaakt waar onze stichting echt om draait: iets doen voor een ander. Wij zijn studenten en onze deelnemers zijn studenten, maar eenmaal in voormalig Joegoslavië rekenen we af met alle vooroordelen. Niks geen oneindig bier drinken en overlast veroorzaken, maar bellenblazen en helpen met eten geven. Daar draait het om kleine Nikolaj in Stamnica die het liefste sabbelt op je haar, de oude dame Rosa in Trogir die niet genoeg kan krijgen van haarspeldjes en ga zo maar door. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat de deelnemers die naar Stamnica zijn geweest, op zijn minst nog enkele dagen last van hun kaken zullen hebben van het vele zingen van “papagaaitje leef je nog”. Elk jaar zien wij toch ook weer terug bij onze deelnemers dat de reizen confronterend zijn. Servië, Bosnië en Kroatië liggen misschien in Europa, maar de omstandigheden daar zijn niet te vergelijken met Nederland. In Stamnica zitten kinderen met allerlei geestelijke en verstandelijke handicaps door elkaar. Van autisme tot het syndroom van Down, tot nog ernstiger ziektebeelden. Alle kinderen zitten door elkaar en veel erger nog: alle kinderen worden exact hetzelfde behandeld. Vanuit de verzorgers is dit niet zozeer onwil, maar onmacht. Eén zuster draagt namelijk gemiddeld de zorg voor zo’n twintig kinderen die zich veelal moeilijk laten sturen. Veel meer dan basiszorg krijgen de kinderen dan ook niet. Behalve twee weekjes in de zomer, dan helpen wij even mee en bellenblazen we erop los.