Twee maanden geleden verbleef ik in Berkeley Buddhist Monastery. Dat is een klein dochterklooster van de kloostergemeenschap waar ik nu verblijf. De monniken eten één maal per dag om 11 uur, en die ene maaltijd wordt verzorgd door toegewijde lekenfamilies. Rond 10:30 gaat de bel en staat er iemand, meestal een vrouw voorbij middelbare leeftijd, voor de deur met een doos vol pannen. Op één bewuste ochtend echter, kwamen twee dames het eten ter plekke klaarmaken. Ze waren wat aan de late kant, dus de 5 monniken, een andere leek die er ook verbleef en ikzelf zaten rustig aan tafel te wachten; het gebed voor de maaltijd hadden we al gezongen.
Dat wij daar zo zaten maakte de dames wel wat zenuwachtig. Al snel kwamen goedgevulde kommen noodlesoep onze kant op. Eén voor één werden we bediend. Dat ging volgens kloosteretiquette op senioriteit: eerst de oudste monnik, daarna de op-een-na oudste monnik, enzoverder, en daarna wij, de leken. Jegens de monniken waren de dames uiteraard heel respectvol. Toen ze bij mij, een jongeling zonder speciale status behalve dat ik in het klooster verblijf, kwamen, waren ze echter ook respectvol, ze bogen hun hoofd lichtjes en reikten ze me de soep aan.
Zo als gift ontvangen kreeg die soep een bijzondere bijsmaak. Diezelfde bijsmaak krijgt steeds meer van het leven hier in het klooster voor mij: dankbaarheid, inclusief het heilzame plichtsbesef dat daarmee mee gepaard gaat. Mijn eten, onderdak, elektriciteit en internet komen van mensen die geloven in wat wij hier doen, die geloven dat het waard is te geven aan deze gemeenschap. Dat biedt stof voor reflectie: ga ik inderdaad in de richting van ontwaken? Helpen mijn bezigheden de wereld?
Dit concrete gevoel van dankbaarheid strekt zich ook uit naar mijn spirituele leraren en vrienden die telkens weer bereid zijn mij advies te geven en me waar nodig te corrigeren. Ik leer veel van ze en zonder hen zou ik dit pad van vrijheid nooit kunnen bewandelen. Hoe meer ik dit overdenk, hoe meer mensen er in mijn gedachten opspringen: familie, leraren, vrienden, bijzondere mensen,
gewone mensen – er zijn zoveel mensen die zich door de jaren heen voor mij hebben ingespannen, me hebben geholpen op mijn levenspad – wat doe ik daarmee? Deze dankbaarheid en het gevoel daar iets mee te moeten, vervullen me dan met een gevoel van verbondenheid en vertrouwen, en tegelijkertijd ook met motivatie om goed te doen, om een beter mens te worden. De lagere en middelbare scholen hier in de Stad van Tienduizend Boeddha’s serveren de kinderen gewoon drie maaltijden per dag (en snacks!); nee, het is niet de ascese die ze van monniken en nonnen leren met hun ene maaltijd per dag. Respect en dankbaarheid voor met name ouders daarentegen is essentieel in het onderwijs hier. Misschien ook iets voor de Universiteit Leiden?