In de zomer van 2011 ben ik naar de geloofsgemeenschap Taizé in Frankrijk geweest. Deze vakantie heeft mijn 19-jarig bestaan compleet op zijn kop gezet, waar ik boekwerken vol over kan schrijven. Om te beginnen, neem ik jullie mee naar het begin van mijn levensverhaal rondom dit thema.
Met een overtuigd katholieke vader en een moeder die op een latere leeftijd katholiek is geworden, was het vanzelfsprekend dat de katholieke opvoeding zou krijgen.
Toen mijn vader ernstig ziek bleek te zijn en mijn nichtje na een vreselijk ziekbed op 14-jarige leeftijd was gestorven kreeg ik heel veel twijfels aan mijn geloof. Hoe kan er een God bestaan als zulke vreselijke dingen gebeuren? Hoe konden mijn ouders nog steeds blijven vertrouwen op hun geloof, zelfs bij het zien van het verdriet van mijn tante en oom?
Toch kwam er een moment dat ik begon met geloven in meer dan louter wetenschap. 21 Augustus 2009, ik was toen 17. Op deze dag is mijn opa op een wonderlijke manier overleden. Hij was ziek, heeft in het ziekenhuis gewacht totdat de hele familie bij hem was. Nadat zijn hart was gestopt met kloppen, heb ik nog een tijdje tegen hem zitten praten. Ondanks ik weet dat het wetenschappelijk niet mogelijk is, geloof ik zo sterk dat hij mij gehoord heeft.
December 2010. Europese ontmoeting met Taizé. Dat is een geloofsgemeenschap die erg onder jongeren bekend is, in het gelijknamige Franse dorpje. Taizé kwam naar Rotterdam. Dit was een trekpleister voor 30.000 jongeren uit heel de wereld. Dit grote aantal moest ergens slapen, zo sliep dus ook een deel in Bodegraven, mijn woonplaats. Het was eigenlijk toeval dat ik met de bus naar Rotterdam ging, om die jongeren op te vangen en mee te nemen naar Bodegraven.
Hier kwam ik erachter dat gelovige jongeren toch niet per definitie saai of conservatief hoeven te zijn, ik heb me zelfs laten overhalen om mee te gaan naar een gebed. Wat heb ik hierin een rust gevonden, ik kon er geen genoeg van krijgen. Nog nooit heb ik een kerkdienst als zo prettig ervaren. Wat voelde het fijn om alleen met mijn eigen gedachten te zijn en mijzelf zo te leren kennen.
Waar ik heel erg van ben geschrokken, is dat ik me bewust ben geworden van een kracht die niet met de zintuigen zijn waar te nemen, maar ik weet toch wat dat het er was. God. Hij was er voor mij in tijden van stilte, hij was er voor mij in tijden van geluk, hij was er voor mij in tijden van verdriet.
Ik ging anders aankijken tegen de Nederlandse maatschappij, die gehaast is en individueel. Waarom zouden we gaan rennen voor een bus, die elke 5 minuten komt? Hoe komt dat dat ik raar aangekeken wordt als ik bij de Kiosk een broodje koop voor een beschonken dakloze? Waarom ben ik de enige in de treincoupé die plaatsmaakt voor die hoogbejaarde vrouw? Voor mij is geloof niet alleen het geloof in God, maar ook het samen op weg gaan naar het koninkrijk van God. Dit interpreteer ik in het klein: werken aan een maatschappij op basis van vertrouwen.

Gelukkig heb ik de passiviteit in mijn verdriet al vrij snel kunnen omzetten naar activiteit. Ik raakte in contact met de Leidse Studenten Ekklesia, waar ik met Pinksteren hernieuwing van de doopgelofte heb gedaan. Zo heb ik mijn geloof kunnen bevestigen. Ook ben ik ondertussen nog twee keer naar Taizé geweest. Ik ben ontzettend dankbaar voor deze ervaring en ik zal de weg naar het koninkrijk van God absoluut blijven volgen.