Voor stilte en rust gaat een mens naar een klooster. Dit weekend doorgebracht in een klooster in Oosterhout. Negen mensen, twee dagen, zes getijdediensten, drie maaltijden, vier meetings, een ronde hardlopen (weg kwijt). Dan kun je nog zo vroeg opstaan (zes uur), het blijft een strak tijdschema. Dit programma lijkt minstens zo opjagend als een gemiddelde doordeweekse dag.
Bij zo’n weekend hoort een evaluatiemoment: ‘Ben ik uitgerust?’ Het best is een proef op de som bij thuiskomst: heb ik innerlijk rust gevonden? Misschien ongemerkt?
Bij thuiskomst de TV-toets: zappend langs 18 zenders. De snelheid waarmee ik wegzap is een maat voor hoe nauw ik mijn intuïtie volg. Hoe dichter bij je intuïtie, des te beter ben je uitgerust. Dus daar komt-ie: Verslagen van voetbalwedstrijden: houd ik vol. Interviews met voetbaltrainers – zap. Onbeschoft en erg behendig inhaalgedrag over een doorgetrokken streep, met commentaar op monotoon afkeurende politietoon – zap. Reclame voor … – zap. Nog een autoprogramma: dit keer juist fanatisch jubelend over auto’s die zo snel en wendbaar mogelijk moeten zijn: zap, zap. De volgende voetbalwedstrijd is begonnen. Teams waarvan de kwaliteit mij tegenvalt. En dan gebeurt het: ik zet de TV uit.
Ik zet de TV uit! Werkelijk waar. Ik verras mijzelf. Kijk naar de afstandbediening, glimlach naar mijn wijsvinger. Met gepaste trots. Daar ligt hij, net naast de afstandbediening.
Nee, hij ligt niet. Hij rust.
Rob van Waarde